4-8 jarigen

Sensorische informatieverwerking

Uw kind gaat naar groep 1, 2, 3 of 4 van de basisschool. Op school wordt op elk moment van de dag een beroep gedaan op de sensorische informatieverwerking van uw kind (dit wordt ook wel zintuiglijke prikkelverwerking genoemd). Bij sommige kinderen verloopt deze sensorische informatieverwerking anders dan bij de meeste kinderen.

Het kan zijn dat uw kind de hele dag op zoek is naar prikkels, waardoor het zich niet goed kan concentreren op de lesstof en storend is voor zijn klasgenootjes, de leerkracht en zichzelf. Het kan ook zijn dat prikkels langs uw kind heengaan, waardoor uw kind de lesstof onvoldoende meekrijgt. Uw kind kan ook erg gevoelig zijn voor de prikkels om hem heen, waardoor het overprikkeld thuis komt of op school en thuis prikkels probeert te vermijden.

Wanneer uw kind een te hoge alertheid of een te lage alertheid heeft en hierdoor op zoek gaar naar prikkels of hierdoor prikkels langs hem heen gaan, kunt u dit bijvoorbeeld zien aan het volgende.

Uw kind van 4-8 jaar (groep 1, 2, 3, 4 leerling) zit continue of vaak:

  • te bijten aan of zuigen op voorwerpen of op zijn duim of vingers
  • te friemelen met voorwerpen, met zijn vingers
  • te wippen of te wiebelen met zijn bovenlichaam, met zijn voeten, met zijn stoel
  • veel geluid te maken
  • te fladderen met zijn armen/ handen
  • te leunen op, hangen aan alles

Wanneer uw kind heel gevoelig is,  reageert uw kind vaak geprikkeld, geïrriteerd of boos op activiteiten en prikkels of probeert deze te vermijden. Bij uw gevoelige kind kan het gaan om de volgende dagelijkse activiteiten en zintuigprikkels:


– dagelijkse verzorging:

  • haren wassen
  • haren knippen
  • nagels knippen
  • voedsel met verschillende structuren eten
  • inslapen, doorslapen

– bewegingsactiviteiten:

  • hoog of hard schommelen
  • glijden van een hoge glijbaan, klimmen op hoge klimrekken
  • trampoline springen met veel kinderen tegelijk op de trampoline
  • kermisattracties of speeltuintoestellen die hoog, snel gaan of veel draaien

  – geluidsprikkels:

  • veel geluiden door elkaar, bijvoorbeeld in de klas (en dan moeite hebben met het filteren van geluiden)
  • harde of onverwachtse geluiden bijvoorbeeld in een grote hal, gymzaal
  • elk klein geluidje horen

– kijkprikkels:

  • veel visuele prikkels bij elkaar, bijvoorbeeld in een la (en dan moeite hebben met het vinden van een voorwerp)
  • drukke ruimtes met veel mensen, bijvoorbeeld in een grote hal, gymzaal
  • elk klein dingetje zien

 – speelactiviteiten:

  • (vinger-)verf, klei
  • lijm
  • zand, gras 

Ontwikkeling dagelijkse activiteiten

Er kunnen u ook bijzonderheden opvallen aan de ontwikkeling van uw kind. Dit kan te maken hebben met een handelingsprobleem bij het aanleren of automatiseren van dagelijkse activiteiten. Uw kind kan dan de volgende bijzonderheden laten zien:.

Uw kind van 4-8 jaar (groep 1, 2, 3, 4 leerling):

  • bereikte motorische mijlpalen verlaat (rollen, zitten, kruipen, lopen) 
  • kan minder dan zijn leeftijdsgenootjes
  • leert sprongsgewijs
  • verleert iets wanneer hij het niet meer doet
  • heeft extra herhaling nodig voordat hij iets leert
  • heeft weinig drang om iets zelf te doen of te leren
  • kan zichzelf niet vermaken
  • kan iets in de ene situatie wel, maar in een andere situatie niet, is wisselend hierin
  • is onhandig, beweegt houterig
  • heeft moeite met het automatiseren van vaardigheden

Vaardigheden

Het kan ook zijn dat er dagelijkse vaardigheden zijn die uw kind moeilijk aanleert.

Uw kind uit groep 0, 1 heeft bijvoorbeeld moeite met:

  • een potlood of stift goed vast houden
  • een zeer eenvoudig poppetje tekenen (“koppoter”)
  • globaal binnen de lijntjes kleuren
  • stroken papier knippen
  • een mes vasthouden
  • boterham smeren
  • jas-rits dicht krijgen
  • zelf naar het toilet gaan
  • zich aan- en uitkleden behalve lastige sluitingen

Uw kind uit groep 2 heeft bijvoorbeeld moeite met:

  • een kruis, vierkant, driehoek tekenen
  • zijn naam tekenend schrijven
  • een vierkant knippen
  • drinken inschenken
  • kleine knoopjes open en dicht maken
  • vaardigheden uit groep 0, 1

Uw kind uit groep 3 heeft bijvoorbeeld moeite met:

  • blokletters of schrijfletters aanleren
  • precies binnen de lijntjes kleuren
  • in het schrijfschrift tussen de lijntjes schrijven
  • een rondje knippen
  • met mes en vork eten
  • veters strikken
  • zich zelfstandig aan en uitkleden
  • vaardigheden uit groep 0, 1 of 2

Uw kind uit groep 4 heeft bijvoorbeeld moeite met:

  • verbonden schrijfschrift aanleren
  • in het schrijfschrift tussen de lijntjes schrijven
  • het tempo van het schrijven bijhouden
  • ontspannen schrijven
  • een figuur uitknippen
  • strak veters strikken met dubbele knoop
  • zich douchen en afdrogen
  • vlees snijden
  • vaardigheden uit groep 0, 1, 2, 3

Als u dingen herkent bij uw kind die in onze beschrijving staan, en u twijfelt of ergotherapie iets voor uw kind en u kan betekenen, neem dan contact met ons op: info@zelfkinderergo.nl.

Wij werken samen aan zelfstandigheid

W