0-4 jarigen

Sensorische Informatieverwerking 

U kunt met uw baby, dreumes of peuter problemen tegenkomen bij verschillende dagelijkse activiteiten en situaties. Wanneer er bij uw kind bijzonderheden zijn in de sensorische informatieverwerking (dit wordt ook wel zintuiglijke prikkelverwerking genoemd), kan uw kind dit laten zien door te huilen, angstig of boos te worden. Ook kan uw kind activiteiten of situaties proberen te vermijden. U kunt de overgevoeligheid van uw kind bijvoorbeeld zien bij de volgende activiteiten en zintuigprikkels:

  • dagelijkse verzorging:
    • haren wassen
    • haren knippen 
    • op de commode liggen, verschonen 
    • nagels knippen 
    • voedsel met verschillende structuren eten
    • inslapen, doorslapen
  • bewegingsactiviteiten:
    • optillen boven het hoofd
    • schommelen 
  • geluiden:
    • onverwachtse geluiden, zoals boren
    • harde geluiden, zoals stofzuigen, in het verkeer
    • veel geluiden door elkaar bijvoorbeeld bij een verjaardag
  • kijkprikkels
    • TV met snelle beelden
    • grote ruimtes met veel mensen
  •  speelactiviteiten:
    • (vinger-)verf, klei
    • gras, zand

Soms zoekt een baby, dreumes of peuter prikkels op, die leeftijdsgenootjes niet of minder opzoeken. U kunt hierbij denken aan zoekprikkels zoals:

  • bonken met zijn hoofd, schudden met zijn hoofd
  • wippen of te wiebelen met zijn bovenlichaam
  • bijten op/ zuigen aan allerlei voorwerpen om zich heen (ouder dan 1 ½ jaar)
  • fladderen met zijn armen/ handen


Ontwikkeling dagelijkse activiteiten:

Er kunnen u ook bijzonderheden opvallen aan de ontwikkeling van uw baby, peuter of dreumes. Dit kan te maken hebben met een handelingsprobleem bij het aanleren of toepassen van dagelijkse activiteiten. Uw kind kan dan de volgende bijzonderheden laten zien. Uw kind:

  • bereikt(e) motorische mijlpalen traag (rollen, zitten, kruipen, lopen) 
  • kan minder dan zijn leeftijdsgenootjes
  • leert sprongsgewijs
  • heeft weinig drang om iets zelf te doen of te leren
  • kan zichzelf niet vermaken
  • verleert iets wanneer hij het niet meer doet
  • heeft extra herhaling nodig voordat hij iets leert
  • kan iets in de ene situatie wel, maar in een andere situatie niet
  • is onhandig, beweegt houterig

Vaardigheden:

Het kan ook zijn dat er dagelijkse vaardigheden zijn, die uw baby, dreumes of peuter moeilijk aanleert.

Uw baby (12 tot 18 maanden) heeft bijvoorbeeld moeite met:

  • pakken van een broodkruimel
  • vasthouden van een broodkorst
  • bladeren in een kartonnen boekje
  • fles of antilekbeker vasthouden
  • zitten op een gewone kinderstoel, fietszitje of autozitje
  • zitten onder de douche of in bad

Uw dreumes (1,5 tot 3 jaar) heeft bijvoorbeeld moeite met:

  • insteekpuzzels maken
  • een eenvoudige spoorbaan bouwen
  • krassen met wasco, potloden, stiften
  • bladeren in een boekje met dunne blaadjes
  • eten met de handen
  • sokken uittrekken

Uw peuter (3 tot 4 jaar) heeft bijvoorbeeld moeite met:

  • bouwen met duplo (grote lego)
  • een lijn of rondje tekenen met potlood
  • beginnend gericht inkleuren met stiften
  • puzzel van 4 stukjes maken
  • eten met een vork of lepel
  • pyjama, broek, jas uittrekken

Als u dingen herkent bij uw kind die in onze beschrijving staan en u twijfelt of ergotherapie iets voor uw kind en u kan betekenen, neem dan contact met ons op: info@zelfkinderergo.nl